Een oude droom
In de ontwerp-filosofie van ZJA ontstaat het architectonische ontwerp in een creatieve wisselwerking tussen wat de omgeving en de mensen nodig hebben en wat de technische en constructieve mogelijkheden zijn, die bij de bestudering van een opgave aan het licht komen. Het meest tijdloos aantrekkelijke en ook meest functioneel-economische ontwerp wordt gevonden als begrip van de constructieve dimensie, de materialen zo nauw mogelijk verbonden zijn met de stedelijke en ecologische context. Dan kan er een schoonheid ontstaan die niet louter illustratief of decoratief is, maar die berust op een integraal begrip van de situatie, de functie, de constructieve mogelijkheden en het materiaal.
Samenwerking met constructief ontwerpers is daarom voor ZJA niet louter een noodzakelijk vervolg op het eigen ontwerpproces, maar iets dat al in de onderzoeksfase en bij de eerste ontwerpschetsen plaatsvindt. Die organische relatie tussen de twee aspecten van het ontwerpen draagt ook bij aan het nastreven van circulariteit en innovatief en klimaat-bewust ontwerpen. Het is een oude droom bij ZJA om bij het ontwerpen voor bijvoorbeeld bruggen naast een architectonisch ontwerp in eigen huis ook een constructief ontwerp te kunnen ontwikkelen.
Met de opzet van ZJA-Structural is een begin gemaakt om het onderzoek dat in die richting al gedaan werd stap voor stap te integreren in de dagelijkse praktijk van het ontwerpen aan alle projecten waar ZJA bij betrokken raakt.
Digitaal modelleren
In de afgelopen jaren ontwikkelde ZJA voor tal van studies en bijzondere projecten digitale modellen, die de ontwerpers in staat stelden hun vragen en intuïties op de proef te stellen. Hoe gedragen de verschillende geometrische vormen zich in constructieve zin? Waar liggen de grenswaarden in de krachtenverhoudingen? Wat doen de verschillende materialen die in aanmerking komen? Voorbeelden daarvan zijn de ontwikkeling van The Shaded Dome, het ontwerp voor de in het landschap verzonken ecoducten in Colorado (USA) en het project Capital C Amsterdam, met de in staal en glas uitgevoerde koepel (High Light), in de oude Diamantbeurs in Amsterdam.
Door de laatste jaren steeds meer ontwerpers aan te trekken met een dubbele master-opleiding (bouwkunde en constructief ontwerp) kon veel inzicht in de constructieve dimensie van het ontwerpen organisch worden verbonden aan de architectonische opgaven. De snelle ontwikkelingen in de digitale technologie maken deze geïntegreerde manier van werken eenvoudiger en doelmatiger.
Nu is de tijd gekomen om het potentieel van deze snelle en organische workflow tussen de verschillende kanten van het ontwerpproces in te zetten voor alle daarvoor geschikte opdrachten. Ten eerste zijn het de opdrachten voor het ontwerp van bruggen die zich lenen voor deze aanpak. Het digitaal modelleren en die organische laboratorium-aanpak helpt bij het onderkennen van de vragen en problemen die ontstaan als de geometrische versie van een brug wordt vertaald in de fysieke eigenschappen van concrete materialen en hun onderlinge verhoudingen. Maar minstens zo belangrijk is dat deze vragende en onderzoekende aanpak ook uitnodigt om buiten de gebaande paden te denken en op het spoor te komen van nieuwe typologieën. Het grootste winstpunt is dat die intuïties geen potloodschetsen hoeven te blijven, maar meteen te testen zijn in gekwantificeerde, constructieve termen. Dat stimuleert een ontdekkend en inventief ontwerpproces.
De toekomst
ZJA ziet het als centrale taak van de architect om een zo realistisch mogelijke synthese te maken van de technische eisen en mogelijkheden, en de functionele, menselijke en ecologische doelstellingen die een opgave behelst. Daarbij is werken in multidisciplinair teamverband bij ontwerp en bij de bouw onontbeerlijk. Daaraan zal met de oprichting van ZJA-Structural niets veranderen.
De inzet van ZJA-Structural is niet om de intensieve samenwerking met de ingenieurs van de partners die constructieve ontwerpen maken te vervangen. Het gaat er juist om die samenwerking doelmatiger, substantiëler en organischer te maken. Als van het ontwerp voor een brug niet alleen een architectonische conceptversie bestaat, maar ook een concept constructief ontwerp, dan spreken de architecten en de ingenieurs van begin af aan en beter dezelfde taal over het betreffende project.
Het doel is om veel makkelijker en sneller tot een grotere verfijning van het ontwerp te komen. Dat is niet alleen een kwestie van doelmatigheid en arbeidsvreugde, maar is ook stimulerend en behulpzaam bij de taak waarvoor de toekomst van architecten stelt: het vinden van een nieuwe vormen-taal, een nieuw architectonisch idioom, dat past in een wereld die voortvarend de energietransitie aangaat en naar manieren zoekt om circulair en klimaatbewust te ontwerpen en te bouwen.